Amerika, Malawi, Canada, Sri Lanka en Australië!

In de zomer van 2013 ben ik voor het eerst alleen met mijn ouders op vakantie geweest. We zijn begonnen in Vancouver waar mijn broer ook was. Daarna zijn we met zijn drieën verder vertrokken en hebben de rest van West Canada gezien. Nouja.. lang niet alles! Mijn moeder hield een webblog bij dus die heb ik hier overgenomen.  

Canada 2013

 

Eerste stappen in Canada

 

Na een goede vlucht landden we op Vancouver. Eerst op de koffers wachten, daarna langs de douane. En toen zagen we Jelle al staan wachten. Leuk om hem weer in het echt te zien en te spreken. We reden met ziijn vieren naar ons hotel dat redelijk in het centrum ligt. Nadat we ons daar even hadden opgefrist nam Jelle ons mee om te voet de stad te verkennen.

De eerste indrukken van Vancouver zijn dat het een vriendelijke, groene stad is. Niet zo heel erg groot en mooi gelegen aan een baai, met op de achtergrond bergen. We begonnen met de haven te bezoeken, waar twee grote cruiseschepen lagen. Volgens Jelle leggen er elke dag wel cruisescheoen aan en het is een mooi gezicht om ze door de haven te zien varen. Wat ook heel leuk is om te zien zijn de vele kleine watervliegtuigjes. Ze worden hier als transportmiddel gebruikt en vliegen af en aan. We hebben vanaf een soort boulevard ernaar staan kijken, heerlijk in het zonnetje. Een drankje op een van de terrasjes lukte niet echt want ze zijn hier erg streng op de leeftijd. Je mag niet alleen pas drinken als je 19 jaar bent, je mag ook niet op het terras plaatsnemen als je nog niet de vereiste leeftijd hebt en tja Anne-Sietske is nog geen 18 ...

Verder hebben we Gastown bezocht. De oudste wijk van Vancouver, die al bestond voordat de stad Vancouver in 1885 werd gesticht. De wijk is een paar jaar geleden opgeknapt en is nu een toeristische plek. Het is genoemd naar de oude gaslantaarns die je daar nog steeds ziet. We hebben in Gastown gegeten. Volgens Jelle gaat dit allemaal heel informeel. De maaltijden worden bij het drinken geserveerd op het moment dat het klaar is. Dus wordt er niet zoals bij ons gewacht tot alle gerechten klaar zijn, maar aten we na elkaar.

Na het eten voelden we de jetlag opkomen. We moesten nog een half uur teruglopen naar het hotel wat best lang was als je al half loopt te slapen. En het blijft raar dat je 's morgens in Enkhuizen in de auto stapt en een halve dag later aan de andere kant van de wereld bent.

 

Dagje op de fiets


Vanochtend waren we al vroeg wakker. En na een ontbijtje in het hotel zijn Jan en ik aan de wandel gegaan. Achter het hotel is een wijk met grote huizen en daar liepen we doorheen. We stuitten op een kleine farmersmarket die iedere zaterdagochtend wordt gehouden. Allerlei verse streekproducten, grappig! Al lopend kwamen we ook weer bij het waterfront waar het al aardig druk was met fietsers, wandelaars en hardlopers. Het was prachtig weer en zo bleef het de hele dag.

Terug in het hotel wachtten we even op Jelle die op de fiets deze kant op zou komen. Hij had fietsen voor ons gereserveerd om Vancouver en dan vooral het Stanleypark per fiets te verkennen.

Het Stanleypark is een groot park dat als een soort schiereiland in de baai uitkomt. Er zijn mooie fietspaden aangelegd die voor een groot deel vlak langs de kust lopen. Met af en toe een fotomoment voor de bijzondere uitzichten hebben we een rondje door het park gefietst.
In het park is ook een aantal totempalen te bewonderen van de First Nations zoals ze de indianen hier noemen. En er is een groot aquarium dat we hebben bezocht. Daarna zijn we over een grote brug (een soort Golden Gatebridge) naar Vancouver Noord gefietst om daar vandaan met de seabus, een veerpont, weer terug te gaan naar het centrum van Vancouver. Een mooie tocht waar we heel wat uren mee bezig zijn geweest!

Vanavond hier vlakbij gegeten in een wat lawaaiige eetgelegenheid. Deze wijk is van oudsher de wijk waar immigranten vanuit Europa zich hebben gevestigd en dat is nog te zien aan de verscheidenheid aan restaurantjes.
 

Zondag in Vancouver

Jan ging traditiegetrouw al vroeg een rondje hardlopen. Door het Stanleypark waar we zaterdag waren.

Na het ontbijt liepen we naar Downtown om daar vandaan samen met Jelle de bus te nemen naar de meest westelijke punt van Vancouver. We liepen over het gigantische en uitgestorven terrein van de Universiteit. Een stad op zich met alle faculteiten en een grote campus. Zoiets kennen we in Nederland niet.

Ons doel was het MOA, museum of anthropology. Binnen waren enorme collecties met gebruiksvoorwerpen, totempalen en moderne kunst van de First Nations van de Westkust.

Na een tijd daar te hebben rond gedwaald hadden we weer genoeg cultuur gesnoven. Dus bracht Jelle ons naar een andere attractie Granville Island. Dit schiereiland is wat verscholen gelegen onder een grote brug en is bezaaid met kleine winkeltjes en overdekte markten. Gelegen aan de rivier ook hier weer mooie uitzichten over Downtown.

Terug naar de overkant gingen we met de Waterbus, kleine bootjes waar een man of tien inpassen. Ze varen op verschillende routes en verbinden zo het ene deel van de stad met het andere. Onderweg viel me op dat alle hoge gebouwen naast het water en eigenlijk heel veel gebouwen in de stad voorzien zijn van veel glas dat wat groenachtig is of overkomt. Ik denk dat dit ook de vriendelijke uitstraling van Vancouver bevordert. Zeker op de zonnige dagen met helblauwe luchten die wij hier tot nu toe hebben.

Vanaf de overkant maakten we een ritje met de Skytrain, een onbemande metro. Daardoor heb je vanuit het voorraam een mooi uitzicht over de Skyline van Vancouver.

'S Avonds stond de avondmarkt in Chinatown op het programma. Dat viel wat tegen, zeker als je het vergelijkt met San Francisco of New York. Bovendien is de wijk daar vergeven van zwervers en junks en voelt het er bijzonder onveilig aan. Gauw weg daar dus.

Jelle heeft ons nog zijn nieuwe werkplek laten zien waar Internex dit weekend naartoe is verhuisd,. Het ligt in een winkelcentrum in Gastown. Ziet er mooi uit. Daarna gegeten en teruggewandeld naar het hotel waar ik als een blok in slaap viel.

 


Wandelen en winkelen

Alweer de laatste dag in Vancouver. En omdat Jelle moest werken gingen we zonder hem op stap. De bestemming was de Lynncanyon, een klein natuurpark in noord Vancouver. Jelle had ons heel precieze instructies gegeven, waar en wanneer we welke bus moesten nemen. En toch ging het bijna fout. We hadden een afslag te vroeg genomen en konden de bus niet vinden. Gelukkig was er een zeer behulpzame Canadees die met ons meeliep om de juiste bus te vinden.

We reden door een deel van Vancouver dat we nog niet hadden gezien. Mooie wijken met grote huizen werden afgewisseld met buurten waarin de zwervers bijna niet te tellen waren en de huizen bestonden uit krotten. We reden door een straat waar talloze mensen liepen met winkelwagentjes gevuld met hun hele hebben en houwen. Een armoedig gezicht.

Bij Lynncanyon liepen we via een hangbrug door de bossen naar een kreek die door de canyon liep. Het water had er een diepgroene kleur, zag er mooi en helder uit. Verder stelde het parkje niet zoveel voor.

Dus terug naar de bus waar we met de instructies van Jelle terechtkwamen bij het winkelcentrum van Lonsdale waar we de Seabus weer konden nemen naar Downtown. We leren de stad al aardig kennen. Eerst uitgezocht waar we onze auto morgen kunnen ophalen, wat nog een hele klus was. Uiteindelijk bleken we in de terminal van de cruiseschepen te moeten zijn.

Daarna heb ik samen met Anne-Sietske geshopt. Dat is iets dat we in elke stad wel kunnen! Winkel in, winkel uit. Bleek opeens dat de alarmpoortjes van de winkels op mijn telefoon reageerden. Stonden we in bijna elke winkel voor een piepend alarm. Heel gênant! Gelukkig kwamen we erachter waardoor het kwam en toen mijn telefoon weer netjes in mijn tas zat hadden we nergens meer last van.

Vanavond nog lekker gegeten in een restaurant met uitzicht op strand en zee. Weer een andere wijk: de English Bay wat mede door de palmbomen die daar staan bijna subtropisch aandeed. En dat waren dan onze dagen met Jelle in Vancouver en reizen we morgen met zijn drietjes verder.

 

Weg uit de stad

 

Gisteren vertrokken we uit Vancouver richting Vancouver Island. Maar voor die tijd moesten we onze auto ophalen. Gelukkig hadden we het goed voorbereid, dachten we. Bij de Cruiseterminal gekomen bleek echter dat er geen cruiseships zouden aanleggen die dag en dat de autoverhuur was gesloten. Gebeld naar het kantoor en wat bleek, we moesten op een heel andere plek in de stad zijn. Gelukkig hadden we ruim de tijd genomen, zodat het half uur wandelen naar de andere kant van de stad ons niet in de problemen bracht. Met auto terug naar het hotel en daar vandaan gingen we op stap na eerst nog een doos cupcakejes te hebben gehaald, want die vindt Anne-Sietske zo lekker.

Het rijden naar de veerboot ging erg snel, voor we het wisten waren we de stad uit. We stonden voor in de rij en moesten vervolgens een dik uur wachten. Net als de meeste automobilisten liepen we even naar het dorp om daar een kop koffie te drinken. We vonden een plek met een mooi uitzicht op de haven, de baai en de veerboot.

De vaart met de veerboot duurde zo'n anderhalf uur. Een prachtig vaartochtje, zeker met het schitterende weer. Aan de overkant moesten we het eiland oversteken om bij de kust aan te komen. Na een paar uur rijden door een mooie natuur (bergen, meren, stranden), kwamen we bij de lodge. Een groot oud houten huis met een heerlijke lounge en uitzicht op zee. Het doet heel rustiek aan. We hebben daar een cabin met genoeg ruimte voor ons drieen.

Het dorpje Tofino stelt niet zoveel voor, maar is wel mooi gelegen. Het bestaat uit een paar huizen, wat restaurantjes en veel surfshops. We zagen daar een eagle in een boom zitten. Had ik nog nooit in het echt gezien. Jammer genoeg wilde hij of zij niet wegvliegen. We hebben nog even uitgezocht waar we moesten zijn voor het beren spotten, een activiteit die voor woensdag gepland staat.

Beren spotten

 

Gisterenochtend moesten we voor dag en dauw op. Buiten was het heel mistig en fris. Het was zelfs nog te vroeg voor het ontbijt in de lodge.

Om zeven uur stonden we bij het kantoortje van Remote Passages waar vandaan de bear watch zou starten. Na een introductiefilmpje kregen we allemaal een charmant rood pak aan, met een muts en handschoenen. Daarna konden we in de zodiac. Anne-Sietske vooraan en wij aan de zijkant. We zaten met zo'n twaalf mensen in de boot. De boot spoot weg en toen werd al snel duidelijk waarom we zodik aangekleed moesten zijn, want het was freezing cold. Als eerste zagen we weer een zee-arend, nu van veel dichterbij. Ook zagen we een heel stel zeehondjes en toen arriveerden we bij 'bear country'. De kust waar zwarte beren leven. En ja hoor, na even wachten zagen we een beer. De beer trok zich niets aan van ons bootje voor de kust, maar ging eten zoeken in het ondiepe water. Je zag hem stenen omdraaien waaronder schelpdieren te vinden zijn. De gids vertelde dat ze niet bang zijn voor geluid en beweging vanaf het water, maar wel als er geluid is vanuit het bos. Bovendien hebben ze een heel goed reukvermogen en ruiken ze gevaar van verre. Op een gegeven moment zagen we een moeder met een jong. Het jong dartelde om de moeder heen en zocht ook naar eten. We bleven een tijdje voor de kust liggen en zagen hoe de beren heen en weer schommelden. Een volwassen beer lijkt niet zo groot, maar weegt toch nog zo'n kleine 100 kilo. Na nog wat beren gespot te hebben voeren we weer keihard terug. Neus omhoog en gassen! Onderweg zagen we heel veel kwallen, nog meer zeehondjes en zee-arenden. Na een paar uur waten we terug bij de aanlegplaats, weer een ervaring rijker.

's Middags heeft Anne-Sietske surfles gehad en hebben Jan en ik ons op het strand vermaakt. Aan het eind van de middag kon ze het al aardig.

Op verzoek van Anne-Sietske gingen we eten bij een klein tentje dat haar wel aardig leek. Het bleek van een of andere geflipte Duitser te zijn die heel maf deed, vooral tegen Jan. Nou ja, wel gelachen.

Wij hebben alle dagen dat we in Canada zijn al mooi weer. Zonnig, blauwe luchten, lekker warm. Dat schijnt hier uitzonderlijk te zijn. Tofino is een plaatsje waar het eigenlijk bijna altijd regent. In de hal van de lodge staan rijen laarzen klaar en hangen er Zuidwesters voor de gasten, zodat deze ondanks slecht weer toch naar buiten kunnen. Eigenlijk krijgen we een heel vertekend beeld van Vancouver Island. Maar erg vind ik dat niet.

 

Eiland hoppen

En meteen maar onze avonturen van vandaag. Het was voor een groot deel een reisdagje. We verlieten Tofino op weg naar Quadra Island dat aan de andere kant van Vancouver Island ligt. Dus staken we het eiland weer over. Na een paar uur rijden waren we bij de pont die ons in tien minuten naar de overkant bracht. Op zoek naar onze lodge, die op het puntje van het eiland ligt. Een vreselijk sjiek geval met wederom een prachtig uitzicht. Daar grossieren ze hier in. Waar je ook kijkt, van alle kanten zie je bergen, meren, zee en bijna steeds met die strakblauwe lucht erboven. De sfeer in de lodge is een beetje die van kouwe kak, heel wat anders dan de vriendelijkheid in onze vorige verblijfplaats.

Maar goed. We konden fietsen pakken en hebben vanmiddag een eindje gefietst. Het is hier wat heuvelachtig en de afstanden waren groter dan gedacht waardoor we na een tijdje zijn omgekeerd en het eiland verder met de auto hebben verkend.

Op een gedeelte van het eiland heb je aan de ene kant de inlet ( een baai) en aan de andere kant de zee. Allebei schitterend. In de baai zou je walvissen kunnen tegenkomen en dolfijnen. Die hebben we nog niet gezien. Wel al een aantal herten. Net heerlijk aan de haven gegeten op een zonovergoten terras. Dat was volop genieten, net als we elke dag hier doen!

 

Telegraph Cove

Gisteren hadden we een relaxt dagje. Uitgeslapen, wandelingetje, lekker gelezen. Kortom echt vakantie. Nog een ritje over het eiland gemaakt, wat nog een heel gedoe was want je kunt op dit eiland heel goed verdwalen en in rondjes rijden. Aan het eind van de dag hadden we gepland om te gaan zeekayaken, maar helaas stond er te veel wind, waardoor het werd gecanceld. Toen zijn we weer bij hetzelfde restaurant gaan eten. Heel gezellig!

Vanochtend gingen we weer op pad. Eerst met de veerboot terug naar Vancouver Island en vervolgens één lange weg naar de noordkust. Een weg zonder afslagen en bijna zonder ander verkeer, dus dat reed stevig door. In deze regio wordt veel hout gekapt en er rijden geregeld grote vrachtwagens met houtstammen. Maar wij hadden daar geen last van. Als je daar achter komt te hangen duurt de reis een stuk langer want er is nauwelijks gelegenheid om zo'n wagen in te halen.

Onze nieuwe bestemming heet de Hidden Cove Lodge, en deze lodge doet zijn naam eer aan. Via een onverhard pad reden we zo'n drie kilometer dwars door het bos, tot we bij de lodge kwamen. Schitterend gelegen. Opgetrokken uit hout, met vriendelijke kamers en aan het water. Vlak voor de deur loopt een gammele steiger en op die steiger staat een heel oud bankje. Vanaf die steiger heb je mooi zicht op de baai en volgens de eigenaar zijn er regelmatig walvissen te zien. Hij riep ons op om de fotocamera bij de hand te houden want er is veel wildlife hier. We hebben vandaag weer een paar zee-arenden gezien en een raccoon/wasbeer. Ook loopt hier regelmatig een zwarte beer rond, maar die hebben wij nog niet gezien. Twee mensen die hier ook logeren liepen gisteren bijna tegen de beer aan, dus de kans is aanwezig dat wij hem ook ontmoeten.

Vanmiddag naar Telegraph Cove gereden. Dat is een zogenaamd boardwalkdorp waar vandaan allerlei activiteiten kunnen worden ondernomen, waaronder walvis spotten, wat wij morgen gaan doen. Vroeger was het alleen een telegraafpost maar inmiddels is het 's zomers druk en toeristisch. Doet heel levendig aan. Daar een tweede poging gedaan om te zee-kayaken, maar ook hier stond te veel wind, waardoor het niet doorging. Nu een kayak besproken voor morgenochtend, duimen dat dit wel door kan gaan.

We hebben hier geen wifi, dus misschien duurt het even voor ik dit verhaal kan publiceren.

Het water op

Dit blog schrijf ik helemaal rozig van een dagje op het water. We zitten nu bij de Subway te eten zodat we even gebruik kunnen maken van de wifi hier. In onze lodge werkt deze niet.

Vanmorgen na een stevig ontbijt reden we weer naar Telegraph Cove. En ja hoor, drie keer is scheepsrecht, dit keer konden we werkelijk een tochtje maken. Het was wel grijs en ook wat koud, maar heel rustig. Eerst kregen we instructie en spullen zodat we niet nat konden worden. En toen mochten we plaatsnemen in zo'n wiebelige kayak. We kregen precieze instructie zodat we niet in het water zouden vallen en daar gingen we. Jan en ik zaten samen in een kayak en Anne-Sietske bij de instructeur. We peddelden de haven uit en na de eerste onzekere slagen ging het gelukkig lekkerder. Onderweg haalde de gids van alles uit het water om ons te laten zien. Zo kregen we een paar grote zeesterren in onze handen gedrukt, een grote zee-egel en zelfs een kwalletje. Onderweg zagen we nog een zeearend en een paar zeehonden. Een aparte ervaring om in zo'n mooi gebied te kayaken.

Terug in de haven op een holletje naar de andere kant waar we een walvistochtje gingen maken. Dit keer met een gewone boot. Bij de haven zwommen al een paar orka's rond. Er bleek een groep van zeventien van die dieren hier rond te zwemmen. Inmiddels weet ik dat het steeds om een moeder gaat met haar kinderen. Dat wil zeggen met zonen, want die blijven hun hele leven bij moeders in de buurt. Een prachtig gezicht. We probeerden net als alle andere toeristen foto's te maken, maar ik weet nog niet of je er echt veel op ziet.

Verder kwamen we een bepaald soort walvis tegen. Dat werd iedere keer een soort van spannend. Zo'n dier is even boven water, haalt dan een paar keer adem zodat je hem een paar keer achter elkaar boven ziet komen en verdwijnt dan na een prachtige duik waarbij zijn staart goed te zien is, voor een paar minuten onder water. Vervolgens is het de vraag waar hij weer boven komt. Daar zie je dan een fontein en dan begint het spel opnieuw. We stonden dus met zijn allen steeds te turen waar de humpback, zoals deze walvis heet, weer boven kwam. En net zoals het in Afrika 'belangrijk' is de big five te spotten, bekroop ons hier hetzelfde gevoel wat betreft walvissen, orka's en zo. Iedereen stond tegen elkaar op te bieden over welke dieren ze al gezien hadden. De mens blijft toch een verzamelaar, op welke manier dan ook.

Nu merk ik dat mijn lijf nog steeds denkt dat het op de boot zit. Ik schommel nog steeds een beetje. Dat belooft wat, want morgen staan we om vier uur al op om naar Port Hardy te rijden waar we een tocht van 14 uur gaan maken met een veerboot...

 

In het hoge noorden

Gisteren hebben we de tocht met de inside passage gemaakt. De eerste uren in de mist, daarna met mooi zicht op de kusten en eilandjes. Ook spotten we onderweg nog een humpback. We wisten nu waar we op moesten letten. Na een mooie zonsondergang kwamen we rond half elf in Prince Rupert aan. Daar was het nog maar een klein stukje naar het hotel. Gelukkig hadden we daar weer wifi en kon Anne-Sietske eindelijk weer chatten met Tom. Op de boot hadden ze dat namelijk niet en hebben we de tijd doorgebracht met lezen, spelletjes doen, naar buiten kijken en eten.

Vanmorgen vertrokken we alweer uit Prince Rupert. We hebben niet veel van deze havenstad gezien. Wel er wat over gelezen waaruit ik begreep dat dit de grootste ijsvrije haven is die een rechtstreekse verbinding heeft met China, Korea en Japan, landen die betrekkelijk dichtbij liggen. Een keurige recht toe, recht aan stad zoals we dat in Amerika en Canada inmiddels gewend zijn. De steden hier bestaan pas zo'n 100 jaar; dat kunnen wij ons nauwelijks voorstellen.

Tot nu toe hadden we al een mooie tocht, maar vandaag bracht weer een extra dimensie. We reden door berggebied, met meren en gletsjers. Zo uitgestrekt en wijd, dat je je vanzelf heel klein gaat voelen. Wat zijn er toch een mooie plekken op deze aardbol! En wat zijn we bevoorrecht dat we deze kunnen bekijken. Het laatste stuk naar Stewart reden we over de Glacier Highway. Daar kwamen we de Bearglacier tegen die zo van de berg in het meer aan het glijden is. Ook weer schitterend.

Het plaatsje Stewart ligt tegen de grens van Alaska aan aan een doodlopende weg. Het is een klein bergdorpje dat er al behoorlijk verwaarloosd en verlaten uitziet. Je vraagt je ook af wie hier zou willen wonen. Het is hier volgens mij maar een paar maanden per jaar begaanbaar. Wel kunnen de inwoners met helikopters worden vervoerd, maar de dichtstbijzijnde stad ligt zo'n 100 kilometer verderop.

Het is hier schitterend weer, zelfs warm. Was het in Prince Rupert behoorlijk fris, vanmiddag was het hier 27-28 graden. Heel anders dan we ons thuis hadden voorgesteld. Vanavond lekker gegeten in één van de drie of vier restaurantjes die hier toch nog te vinden zijn. Daarna hebben Jan en ik nog een avondwandeling door het stadje gemaakt. Wat ons opviel waren de vele verwaarloosde huizen en de rust. Een mooie plek om morgen verder te verkennen.

Entering Alaska

Vanuit het Canadese stadje Stewart ben je met een paar minuten rijden in Hyder, Alaska. Dus zijn we vandaag een aantal keren heen en weer gereden tussen Canada en Amerika.

Om te beginnen ligt net over de grens de Fish Kreek. Een kleine rivier waar ieder jaar vanaf ongeveer juli de zalmen tegen de stroom inzwemmen om te paren en te sterven. En omdat er in deze maanden zoveel uitgeputte zalmen voor het oprapen liggen, komen er ook beren naar deze rivier om zalmen te verschalken. Bij de Fish Kreek is een platform gebouwd waar vandaan je de beren goed zou kunnen zien. De kans om een beer daar aan te treffen is vooral 's morgens vroeg aanwezig, dus gingen we vanochtend naar de Kreek. Daar stonden al allerlei mensen klaar met grote fototoestellen met van die grote lenzen erop te wachten wat er komen ging. We spraken daar een Vlaamse man die al een paar weken hier bivakkeert en iedere dag bij het platform te vinden is. Hij vertelde dat de zalmen dit jaar laat zijn. Dit had te maken met het feit dat bevers een eind terug in de rivier dammen hadden gebouwd waardoor de zalmen niet verder konden zwemmen. Deze dammen waren begin deze week voor een deel afgebroken. We zagen in de rivier knotsen van zalmen zwemmen en springen. De vrouwtjes graven kuilen waarin ze kuit kunnen schieten waarna de mannetjes eroverheen gaan. Zalmen gaan terug naar hun geboortegrond om daar te paren en vervolgens dus te sterven. Zo heeft moeder natuur dat bedacht. Ze worden geboren, blijven een tijdje in de rivier, zwemmen naar zee waar ze een vast aantal jaar blijven en komen vervolgens terug. De kringloop van het leven. Wij hebben een tijdje staan turen en wachten, maar niks geen beer.

Dan maar op naar de Salmon Glacier, een gletsjer die je via een bergweg kunt bereiken. Het was een schitterende tocht naar boven met als climax uitzicht op de blauwwitte gletsjer. Een prachtig gezicht alleen werden we boven aan de gletsjer lek geprikt door de muggen. Heel lang hielden we het er niet uit. Maar het was wel weer een van de natuurwonderen van deze reis.

Onze volgende stop was het spookstadje Hyder. Een stadje dat al een tijdlang leeg staat en een verwaarloosde indruk maakt. Allemaal vervallen huizen. Eind negentiende eeuw was dit een welvarend stadje dat floreerde door de mijnbouw, maar dat vanaf eind jaren veertig leeg liep omdat de mijnen gesloten werden.

Terug naar Canada via de officiële grenspost, waar we ons paspoort moesten tonen aan een strenge Canadese dame. In Stewart geluncht en daarna - omdat het erg warm was - een meertje opgezocht. Jan heeft daar even gezwommen, maar helaas staken ook daar de muggen ons lek, dus vluchtten we terug naar het stadje waar Anne-Sietske op de hotelkamer bleef en wij na de was te hebben gedaan een klein museumpje hebben bezocht over Stewart. Een mevrouw leidde ons rond en we weten nu veel meer over hoe Stewart is ontstaan en groot geworden. Nog steeds worden hier vandaan stenen met goud, zilver en ijzererts verscheept naar allerlei landen waar de stenen vervolgens worden verwerkt.

Voor het eten nog even naar de Fish Kreek om te kijken of de beren zich nu wilden laten zien. Bij aankomst zagen we opgewonden mensen die ons vertelden dat we net de zwarte beer hadden gemist die naar zalmen kwam vissen. Nou ja, even gekeken en terug naar Stewart weer langs de strenge mevrouw die wederom onze paspoorten moest controleren.

Anne-Sietske koos vandaag voor pizza op haar kamer, zodat ze uitgebreid met Tom kon skypen. Na het eten zijn Jan en ik voor de derde keer vandaag naar Alaska afgereisd om bij de Fish Kreek te kijken. Het was er heel druk en alle 'bekenden' stonden er nog. Er zijn groepen mensen die ieder jaar terug komen om de beren te zien en die de hele dag staan te wachten met hun fototoestellen in de aanslag. Ook nu hoorden we dat er net een beer was geweest. We stonden nog een tijdje te praten en toen ... kwam in de rivier een groot zwart monster aangewaggeld. Het bleek een mannetjes grizzlybeer te zijn, die op zijn gemakje naar zalmen zocht. Het gonsde opeens van opwinding op het platform, vooral toen de grote beer steeds dichter naar het platform kwam tot we hem zowat konden aanraken. Vlak voor ons liep hij door de rivier. Wat een monster. Die zou ik toch niet graag tegenkomen in het bos, iets wat hier wel mogelijk is.

Nu konden we Alaska voor de derde en laatste keer met een tevreden gevoel verlaten!

 

Onderweg

Gisteren vertrokken we uit Stewart. We reden de mooie weg langs de bergen en de gletsjers weer terug. Het hele eerste stuk reden we zo'n beetje alleen. Er was nauwelijks verkeer op de weg. Na een paar uur rijden werd het al wat drukker en op een gegeven moment kwamen we echt weer in de bewoonde wereld. Onderweg hebben we een museum van de First Nations bezocht. Dat wil zeggen een deel van het museum, want om het hele museum te zien moest je meedoen aan een tour en dat paste niet in ons schema. De dames die de mensen rondleiden namen ons dat niet in dank af, maar dat was dan maar zo. We konden hierdoor alleen de buitenkant van de gebouwen bekijken en de totempalen die er voor stonden. Zo'n totempaal las ik, moet je van onder naar boven bekijken. Er staan allerlei dieren op die in Canada voorkomen, zoals de beer, de zalm, de zeearend. Ik vind het wel leuk om ze te bekijken en de verhalen die erbij horen te lezen.

Na nog een tijdje rijden kwamen we in Smithers, onze plek voor een nachtje. Een klein stadje tussen een paar bergketens in, dat wat Europees aandoet, wat niet zo gek is want er wonen veel emigranten uit Zwitserland en Duitsland. Zo liepen we opeens in een gezellige straat met allerlei kleine winkeltjes, iets wat we in Canada buiten Vancouver nog nergens hadden gezien. Het was er heel heet. We bedachten dat het leuk zou zijn om iets op het water te doen en we lazen over sunset rafting. Helaas ging het niet door omdat te weinig mensen zich hadden opgegeven. Dus uiteindelijk een beetje geshopt, ergens gegeten en ons programma voor de komende dagen bedacht.

Vanmorgen na een uitgebreid ontbijt weer en route. We kwamen in een heel ander gebied. Veel meer bewoond, groen, heuvelachtig en zelfs zagen we vee. En dus ook drukker op de weg, met zelfs even oponthoud door werk aan de weg. In de middag kwamen we in Prince George aan, een stad die de ambitie heeft om de hoofdstad van het noorden van British Columbia te zijn. Maar wij vonden het helemaal niets voorstellen. Zelfs bij de Tourist Information wisten ze niet veel te bedenken wat we hier konden doen.

Een beetje rondgelopen en lekker gegeten. Anne-Sietske en ik hadden weer yam fries, gekruide frites die gemaakt zijn van zoete aardappel, een Canadese lekkernij. Met recht yam! Vanavond zijn Jan en ik naar het Casino gegaan, waar we wat geld hebben stuk gegooid in een machine. Niets gewonnen dit jaar, maar we hadden wel een leuke avond.

 

It's Rodeotime!

Vandaag stond een bezoekje aan een echte rodeo op ons programma. We hadden in een krantje gezien dat in de buurt van ons hotel een rodeo werd gehouden en het leek ons leuk om daar eens bij te zijn. Nou dat was het zeker. De Interlakes Rodeo waar we bij waren was er ėėn van een hele serie. Er is een uitgebreide competitie in Canada.

Precies op tijd kwamen we aan op het Rodeoterrein. De cowgirls uit de regio stonden al opgesteld voor de openingsceremonie. Met de vlaggen in de hand galoppeerden ze door de arena. Voorop reed en meisje met de vlag van Canada. Bij het galopperen nam ze waarschijnlijk de bocht iets te krap waardoor haar paard uitgleed en zij het paard over zich heen kreeg. Met man en macht werd er geprobeerd het paard van haar af te halen en vervolgens zijn ze een half uur bezig geweest met haar te stabiliseren zodat ze veilig naar de ambulance kon worden gebracht. Schrikken dus. Maar toen ze uit de arena was ging men gewoon door met het programma. Eerst werden de volksliederen van Amerika en Canada gespeeld, waarna de omroeper voorging in gebed. Toch heel iets anders dan bij Harddraverijdag, daar zie ik dat echt niet gebeuren.

Daarna kon het spektakel echt beginnen. Er werden allerlei soorten wedstrijden gedaan: van het rijden op bokkige paarden, tot het met een lasso vangen van een kalfje of het in bedwang houden van stieren. Het programma was heel afwisselend en onderhoudend. In de pauze waren de kinderen aan de beurt. Elk klein kind dat wilde mocht op een schaap rijden: de mutton busters. Ze bleven er heel even op liggen, vielen er vervolgens af en werden vaak huilend afgevoerd. Daarna was er voor alle kinderen een jacht op een biggetje. Er werd in de arena een biggetje vrijgelaten met een roze lint aan zijn lijf en de kinderen moesten proberen dat lint te pakken. Alle volwassenen werden bij de hekken geplaatst zodat het biggetje niet weg kon lopen. Een mooi gezicht hoe de groep kinderen het biggetje aan het opjagen waren. Het hoogtepunt van de middag was het rijden op een dolle stier. Geen enkele van de mannen lukte het om lang genoeg op een stier te blijven zitten.

Na het rodeogebeuren gingen we naar ons motel. Zo'n plek die je vaak in films ziet, met kamers met een parkeerplaats ervoor. Ik zag dat ze nummer 13 hadden overgeslagen. Geen idee eigenlijk of ze dat in ieder hotel doen. En voor het eerst sinds we in Canada zijn, regende het. Een flinke bui, die later weer wegtrok. Ben benieuwd hoe het weer zich verder zal houden.

 

Rafting!

Vanmorgen een beetje uitgeslapen en daarna onze weg vervolgd. Vanuit 100 Miles House, zoals onze vorige pleisterplaats heette, kwamen we in een groen, vruchtbaar gebied terecht. We reden langs verschillende meren door heuvelachtig landschap. Hoe hoog we waren merkten we aan de afdaling naar Clearwater, onze bestemming voor vandaag. Die ging maar door; mijn oren voelden zoals na een vlucht. We reden met zon weg maar toen we in Clearwater waren en ergens gingen brunchen barstte de hemel open. Een gigantische hagel- en onweersbui! Het duurde en duurde dus we besloten toch maar op zoek te gaan naar de plek waar we zouden gaan raften. Nou de hagelstenen kletterden op het dak van de auto en de weg veranderde in een rivier. Toch maar even aan de kant van de weg staan schuilen en toen snel naar het raften.

Eigenlijk dacht ik dat het niet door zou gaan vanwege het weer, maar dat ging het dus wel. Hoewel ik eerst twijfelde of ik wel mee zou gaan (zo een held ben ik nou ook weer niet) haalde de eigenaresse me toch over. Inmiddels was het gelukkig wel droog geworden, al rommelde het nog in de verte.

Eerst kregen we een wetsuit aan, een jack en een reddingsvest. Daarna met twintig man in twee busjes naar de plek waar we het water in moesten gaan. En toen ging het los! En het was leuk!!

We gingen door een canyon door een aantal stroomversnellingen en de boot danste bijna op het water. Ook mochten we een eindje zwemmen, naar een waterval en van een klif afspringen. Deze dingen liet ik aan de anderen over, maar zowel Jan als Anne-Sietske deden overal aan mee! We hadden bij de office een waterbestendig cameraatje gekocht waarmee ik wat foto's heb gemaakt. Die komen later. Hopelijk heb ik hun sprong van de klif goed vastgelegd.

Aan het eind van de middag gingen we op zoek naar ons onderkomen voor de volgende twee nachten. Het zijn twee schattige huisjes midden in het immense Wells Graypark. Achter ons huisje hoor je een kreek kabbelen, heel rustgevend.
Morgen gaan we het park verder verkennen.

In de stijgbeugels

Na een heerlijk zelf klaargemaakt ontbijtje vertrokken we naar een lodge iets verder in het park waar de paarden klaar stonden. Na het tekenen van het gebruikelijke formulier dat we bekend zijn met de risico's, het opzetten van de verplichte helmen kregen we alle drie een paard toegewezen. We waren samen met een Vlaams meisje dat een ervaren amazone was en twee Duitse meisjes die allebei nog nooit op een paard hadden gezeten. En dan wij drietjes met een heel klein beetje ervaring.

Het was een mooie tocht dwars door de bossen van Wells Gray. In het begin van de tocht wilde mijn paard, Mooney, constant eten. Iedere keer weer ging haar hoofd in de richting van al die groene bladeren en moest ik haar tot de orde roepen. Later snapte zij gelukkig wie de baas was. We reden drie uur lang heuvel op, heuvel af. En in tegenstelling tot de overenthousiaste gidsen die we op andere plekken tegenkwamen, was deze juist heel zwijgzaam. Na drie uur waren we terug bij de lodge. Nadat we van onze paarden stapten, konden we bijna niet meer lopen, maar dat ging gelukkig snel over.

Na het paardrijden leverden we Anne-Sietske af bij een ranch waar ze wifi hadden, zodat ze met Tom kon chatten. In onze huisjes is dat namelijk niet aanwezig.

Vanmiddag deden we een rondje Wells Gray. Het is een langgerekt park dat doorsneden wordt door een asfaltweg. Her en der zijn grote watervallen te vinden. Daarvoor rijd je naar een parkeerplaats, loop je een paar honderd meter, kun je even op het platform kijken, een foto maken en taai je weer af. Zo deden we dat in de USA, en zo doen we dat hier. Een paar mooie, grote watervallen gezien.

Nu hebben we net op de ranch gegeten. Een bbq. We zitten in een soort oude huifkar en zitten nu alle drie met onze mobiels en iPad te spelen. Morgen trekken we weer verder.

 

Op safari

Vanmorgen gingen we op weg naar de Rockies, zoals de Rocky Mountains hier worden genoemd. Halverwege zagen we een aankondiging van een riversafari en we besloten daar op af te gaan. Het bleek te gaan om een combinatie van een boot- en een jeepsafari.

Eerst gingen we met een snelle boot de Frasierrivier op tot we bij een eilandje waren. En toen begon het grote speuren. We spotten drie zwarte beren, die aan de waterkant liepen. Het blijft bijzonder om ze in het echt te zien. Nu hopen we er nog op om er een echt langs de weg te zien. Dat schijnt in de Rockies heel goed te kunnen.

Uit de boot moesten we even wachten op de jeep. Omdat er een thunderstorm aankwam, werd het dak op de jeep gezet. Gelukkig viel het uiteindelijk mee met het onweer. We gingen met de jeep naar de top van een berg over een onverharde weg die gewoonlijk wordt gebruikt door de voertuigen die bomen ophalen. Het was een mooie tocht met een leuke chauffeur die van alles vertelde over de omgeving. Hij liet ons allerlei soorten bessen proeven en legde uit dat er zoveel beren in deze omgeving leven vanwege de grote verscheidenheid aan bessen. 's Zomers halen met name de vrouwtjesberen voldoende voedingsstoffen hieruit om rond januari (tijdens hun winterslaap) te kunnen baren.
Op de top van de berg hadden we een prachtig uitzicht. Na afloop kreeg Anne-Sietske een baan aangeboden voor de volgende zomer. Dus Tom, na Sri Lanka en Australië zou het nog weleens Canada kunnen worden. We dachten dat de goede man maar iets zei, maar het bleek een serieus aanbod te zijn. Er werken daar studenten van over de hele wereld zodat ze toeristen uit allerlei landen goed kunnen bedienen. En er lopen hier heel wat Nederlanders rond...

Na deze lange tussenstop reden we door naar Jasper, waar we twee nachten blijven. We dachten eigenlijk alles al gezien te hebben van Canada, maar de Rockies is weer iets heel anders. Hoge bergen, prachtige blauwgroene meren en snelstromende rivieren. Dat belooft iets. We kwamen nog langs de hoogste berg van Canada, de Mount Robson, maar helaas zat hij in de wolken.

Jasper blijkt een gezellig toeristisch bergstadje vol met souvenirswinkels. We hebben daar al even van geproefd. Daarna op weg naar ons huisje. Dat ligt een paar kilometer van Jasper, vlak aan de rivier. Na aankomst hebben Jan en ik een korte wandeling langs de wilde rivier gemaakt. Ook dit weer schitterend. Wat heeft Canada toch een mooie plekken.

 

In de Rockies

Toen we vanmorgen wakker werden was het bijna helemaal bewolkt. We besloten om na het ontbijt een tochtje te maken met allerlei uitzichtpunten. Mocht het dan nog opklaren dan zouden we de kabelbaan in Jasper nemen.

Eerst gingen we naar de Athabascawatervallen. De wandeling begon aan de bovenkant van de watervallen en we konden afdalen naar de canyon. Tja, ik verval in herhalingen, maar weer prachtig en indrukwekkend. Zoveel kracht als het water heeft!

Daarna reden we een prachtige weg met uitzicht op de bergen die steeds meer uit de wolken tevoorschijn kwamen. Dus op naar de Tramway, de kabelbaan. We gingen met een gondel 1000 meter omhoog en hadden daar zicht op de hele omgeving. Hoewel het nog steeds voor een deel bewolkt was konden we toch goed naar beneden kijken.

Vanmiddag hebben we een paar meren in de omgeving bezocht. Zo kwamen we bij het Medicin Lake, een diepblauw meer dat nu nog helemaal vol is, maar in oktober leeg staat en in het voorjaar weer volloopt. De first nations, indianen, vonden dit zo wonderlijk dat ze het meer magisch vonden en het de naam Medicinlake gaven. Vlakbij dit meer zagen we een hele batterij auto's stilstaan en konden we onze eerste beer vanuit de auto fotograferen. De beer stond rustig berries te eten, terwijl er tientallen mensen om haar heen stonden, sommigen op slechts een paar meter afstand. Dit wordt overigens heel erg afgeraden omdat beren heel snel en onvoorspelbaar kunnen zijn. Ze zien er schattig uit, maar het blijven natuurlijk wilde dieren. Behalve beren zagen we vandaag een eland en een paar kariboes.

Ook nog een kloof bezocht. Die wordt op een gegeven moment zo smal dat ze zeggen dat marmotten eroverheen kunnen springen. We hebben het echter niet gezien, haha.

Het tweede meer was het Malignelake. Daar wilden we een kano huren, maar deze waren bezet, dus werd het een roeiboot. Jan roeide ons over het meer, maar dat voelde voor Anne-Sietske en mij wat sloom en we hebben het dus niet heel lang volgehouden. Het begon bovendien te regenen, waardoor we een goed excuus hadden om terug te gaan naar de dock. Daar hield de regen op, maar toen waren we alweer aan de wal.

Op deze manier hebben we Jasper en omgeving goed bekeken en het weer hield zich redelijk, dus het was weer een goede standplaats. Morgen beginnen we aan onze laatste etappe ...

 

Het ijs op

Vandaag de schitterende Icefield Parkway gereden die loopt van Jasper tot Lake Louise. Eén grote wow-factor. Toen we wegreden vanmorgen waren de bergen nog in de wolken verdwenen. Maar eenmaal onderweg werd de lucht blauwer en werden er steeds meer bergen zichtbaar. Overal onderweg zijn viewpoints ingericht waar je het natuurschoon goed kan bewonderen. En weer zagen we de indrukwekkendste bergen en de prachtigste meren.

Halverwege de Parkway kom je bij een enorme gletsjer. En hier is een toeristische attractie van gemaakt. Want je kan de gletsjer op met een speciale bus: de Ice-Explorer. En dat hebben we natuurlijk gedaan. Eerst werden we met een gewone bus naar de rand van de gletsjer toegereden. Die rand verplaatst ieder jaar een klein stukje, want de gletsjer wordt kleiner en kleiner. De gletsjer groeit ieder jaar zo'n 15 meter, maar krimpt vervolgens met 25 meter. Met grote bergen puin is op een natuurlijke manier gemarkeerd tot waar de gletsjer tien, twintig, veertig jaar geleden nog doorliep. En als je dat ziet, dan is dat schrikken.

Maar goed, nu konden we deze attractie nog doen. Aan de rand van de gletsjer gekomen stapten we over in de ice-explorer, die vervolgens de gletsjer opreed door een heel steile afdaling te maken. Eenmaal op het ijs reed de explorer nog een kwartier verder naar een plek waar we uit de bus mochten. Daar konden we de gletsjer van dichtbij bewonderen. Er liepen kleine riviertjes met het zuiverste water, waar je een flesje mee kon vullen. En natuurlijk kon je foto's maken. Ik vond het een heel aparte ervaring!

Door weer op de Icefield Parkway. Nu kwamen we bij een paar meren die een heel aparte kleur blauw-groen hebben. Dat heeft waarschijnlijk te maken met bepaalde mineralen in het water dat van de gletsjers afkomt. Maar zo mooi!!! Ik heb foto's gemaakt, maar denk niet dat de werkelijke kleur goed overkomt.

Zo reden we verder tot we bij onze lodge waren. Onderweg hebben we vandaag drie beren gezien. We logeren in Banff. Dit is een toeristisch bergstadje, vol hotels, restaurantjes en winkeltjes. Het heeft een gezellige uitstraling. Een mooie plek voor de laatste twee dagen.

 

Lake Louise

Na een uitgebreid ontbijt, maakten we ons laatste uitstapje in Canada. We gingen op weg naar de meren Lake Louise en Lake Moraine. Bij het wakker worden was het behoorlijk bewolkt, maar op weg naar de meren werd de lucht helemaal blauw. En het bleef de hele dag prachtig weer! Wat dat betreft hebben we ongelooflijk geboft de afgelopen drie weken. Slechts één flinke bui in Clearwater voor we gingen raften en de laatste week af en toe een heel licht buitje.

Jelle had ons al verteld dat het met name bij Lake Louise heel druk kon zijn. Nou daar was geen woord van gelogen. Er was nauwelijks een parkeerplek te vinden en je struikelde er over de mensen.

Lake Louise is echt een plaatje. Weer die prachtige blauwe kleur en dan nog eens omgeven door hoge bergen en aan een kant door een gletsjer. Jammer dat het er zo druk is. Vooral veel Aziatische toeristen.

Na Lake Louise gingen we naar Lake Moraine, minstens zo mooi en gelukkig iets minder druk. Je kon daar een wandeling maken naar een uitzichtpunt op een rots. Daarvandaan had je een nog mooier zicht op het meer en leek de kleur nog dieper.

Daarna terug naar Banff voor een middagje slenteren door het bergstadje en een 'afscheids'diner. Nu liggen alle spullen klaar om in de koffers te stoppen, de boarding passen zijn uitgeprint en de auto opgeruimd. Morgen rijden we naar Calgary voor de terugreis en zondagochtend zijn we weer op het Hoenderpad te vinden!

 

Weer thuis


Vanmorgen zijn we vanuit Banff naar Calgary gereden. Daar was het even zoeken waar we de auto moesten inleveren, maar uiteindelijk hebben we dat toch kunnen vinden!

Na een paar uur wachten op het vliegveld konden we boarden en vlogen we in ruim 8 uur terug naar Nederland. Het was ook nu weer een rustige vlucht met een mooie zonsopgang.

In Amsterdam hadden we de koffers zo te pakken, alleen bleek op het parkeerterrein dat de accu van onze auto was leeggelopen. Dat betekende dat we moesten wachten op de ANWB. Die kwam gelukkig snel en toen konden we weer naar huis rijden.

Het blijft een gek gevoel dat je op het ene moment nog in de Rockies in Canada zit en - zo lijkt het voor mij - het volgende moment gewoon weer thuis op onze eigen bank in de tuin.

Die ligt er overigens heel goed bij: is door opa goed onderhouden!

Nou dat waren de verhalen over onze reis door Canada. Ik heb het met plezier geschreven en vind het leuk dat zoveel mensen met ons hebben meegelezen! Voor ons blijven de herinneringen aan een prachtige vakantie in een schitterend land!